Vertalingen ocurrencia ES>NL
la ocurrencia
zelfst.naamw.
1) idea inesperada de hacer o pensar algo -
ingeving Tuvo una gran ocurrencia para salir del problema. - Hij had een geweldige ingeving om het probleem op te lossen. |
2) dicho o hecho ingenioso -
idee Tuvo una graciosa ocurrencia. - Hij had een grappig idee. |
3) hecho de acontecer una cosa -
voorval No hay que esperar la ocurrencia de un evento desgraciado para prevenir. - Voor de preventie moet men niet wachten op een ongelukkig voorval. |
4) aparición de un elemento lingüístico en un texto taalkunde -
geval El texto tiene tres ocurrencias de predicados nominales. - De tekst heeft drie gevallen van naamwoordelijke gezegden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la ocurrencia (v) | de canard (m) ; de denkbeeld ; de gedachte (v) ; de grap ; de grol ; de idee (v) ; de inspiratie (v) ; de kwinkslag (m) ; mentale voorstelling (znw.) ; de scherts |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ocurrencia`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agudezaES: chisteES: conceptoES: ideaES: parecerES: payasadaES: pensamiento