Vertalingen obstaculizar ES>NL
obstaculizar (ww.) | barricaderen (ww.) ; belemmeren (ww.) ; beletten (ww.) ; beperken (ww.) ; doen mislukken (ww.) ; dwarsbomen (ww.) ; dwarsliggen (ww.) ; een stokje steken voor (ww.) ; kazen (ww.) ; tegengaan (ww.) ; tegenstreven (ww.) ; tegenwerken (ww.) ; verhinderen (ww.) ; verijdelen (ww.) ; versperren (ww.) ; weerstreven (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `obstaculizar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: atiesarES: bloquearES: coagularseES: contrariarES: contrarrestarES: cuajarseES: desbaratarES: dificultarES: endurecerseES: entorpecer