Vertalingen machacar ES>NL
I machacar
werkw.
1) reducir o deshacer algo golpeándolo -
fijnstampen machacar especias en un mortero - kruiden fijnstampen met een vijzel |
2) producir daño físico sufrimiento o cansancio -
beschadigen Jugar a tenis me machaca las rodillas. - Het tennissen beschadigt mijn knieën. |
3) repetir una cosa a alguien de manera insistente -
zeuren Machacaba a los invitados con su gloria de antaño. - Hij zeurde aan het hoofd van de gasten over zijn vroegere roem. |
4) vencer a los contrarios con gran facilidad -
de grond in boren Nos machacaron en el campo de fútbol. - Ze hebben ons op het voetbalveld de grond ingeboord. |
5) estudiar con insistencia una materia -
in de kop stampen Por más que machaco el álgebra no paso los exámenes. - Hoe ik de algebra ook in mijn hoofd stamp, ik haal de examens niet. |
II machacar
werkw.
insistir con pesadez sobre un tema -
doorzeuren El niño machacaba con sus caprichos y antojos. - Het kind zeurde door met zijn grillen en nukken. |
III machacarse
werkw.
esforzarse en una actividad con gran esfuerzo -
keihard werken Se machaca en el trabajo. - Hij werkt keihard. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
machacar (ww.) | heien (ww.) ; zeuren (ww.) ; zemelen (ww.) ; verpletteren (ww.) ; vermorzelen (ww.) ; vergruizen (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; trappelen (ww.) ; platdrukken (ww.) ; instampen (ww.) ; inheien (ww.) ; inhameren (ww.) ; herkauwen (ww.) ; aandringen (ww.) ; forceren (ww.) ; fijnmaken (ww.) ; emmeren (ww.) ; dwingen (ww.) ; drammen (ww.) ; doordrukken (ww.) ; doordrijven (ww.) ; doordrammen (ww.) ; beschadigen (ww.) ; bederven (ww.) ; aanvreten (ww.) ; aantasten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `machacar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abastecerse deES: abrirse pasoES: acometerES: agraviarES: andar con mucho ruidoES: andar con pasos pesadosES: aniquilarES: anonadarES: apisonarES: aplastar