Vertaal
Naar andere talen: • machacar > DEmachacar > ENmachacar > FR
Vertalingen machacar ES>NL

I machacar

werkw.
Uitspraak:  [maʧa'kaɾ]

1) reducir o deshacer algo golpeándolo - fijnstampen
machacar especias en un mortero - kruiden fijnstampen met een vijzel

2) producir daño físico sufrimiento o cansancio - beschadigen
Jugar a tenis me machaca las rodillas. - Het tennissen beschadigt mijn knieën.

3) repetir una cosa a alguien de manera insistente - zeuren
Machacaba a los invitados con su gloria de antaño. - Hij zeurde aan het hoofd van de gasten over zijn vroegere roem.

4) vencer a los contrarios con gran facilidad - de grond in boren
Nos machacaron en el campo de fútbol. - Ze hebben ons op het voetbalveld de grond ingeboord.

5) estudiar con insistencia una materia - in de kop stampen
Por más que machaco el álgebra no paso los exámenes. - Hoe ik de algebra ook in mijn hoofd stamp, ik haal de examens niet.


II machacar

werkw.

insistir con pesadez sobre un tema - doorzeuren
El niño machacaba con sus caprichos y antojos. - Het kind zeurde door met zijn grillen en nukken.


III machacarse

werkw.
Uitspraak:  [maʧa'kaɾse]

esforzarse en una actividad con gran esfuerzo - keihard werken
Se machaca en el trabajo. - Hij werkt keihard.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
machacar (ww.) heien (ww.) ; zeuren (ww.) ; zemelen (ww.) ; verpletteren (ww.) ; vermorzelen (ww.) ; vergruizen (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; trappelen (ww.) ; platdrukken (ww.) ; instampen (ww.) ; inheien (ww.) ; inhameren (ww.) ; herkauwen (ww.) ; aandringen (ww.) ; forceren (ww.) ; fijnmaken (ww.) ; emmeren (ww.) ; dwingen (ww.) ; drammen (ww.) ; doordrukken (ww.) ; doordrijven (ww.) ; doordrammen (ww.) ; beschadigen (ww.) ; bederven (ww.) ; aanvreten (ww.) ; aantasten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `machacar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abastecerse de
ES: abrirse paso
ES: acometer
ES: agraviar
ES: andar con mucho ruido
ES: andar con pasos pesados
ES: aniquilar
ES: anonadar
ES: apisonar
ES: aplastar