Vertaal
Naar andere talen: • levantar > DElevantar > ENlevantar > FR
Vertalingen levantar ES>NL

I levantar

werkw.
Uitspraak:  [leβan'taɾ]

1) mover de abajo hacia arriba - oprapen
levantar papeles del suelo - papieren van de grond oprapen

2) poner en posición vertical - overeind zetten
levantar una silla - een stoel overeind zetten

3) dirigir hacia arriba - oprichten
levantar la vista - de blik oprichten

4) construir un edificio - (op)bouwen
levantar una casa - een huis opbouwen

5) establecer una empresa u organización - oprichten
levantar una compañía náutica - een zeevaartmaatschappij oprichten

6) dar ánimos o energías - opbeuren
Sus bromas levantan el ánimo. - Zijn grappen zijn opbeurend.

7) dar más fuerza a la voz - verheffen
levantar la voz - de stem verheffen

8) separar una cosa adherida en otra - verwijderen
El médico levantó los vendajes para ver la herida. - De arts heeft het verband verwijderd om de wond te bekijken.

9) recoger lo que está instalado en un lugar - opbreken
levantar un campamento - een kampement opbreken

10) suprimir penas una autoridad - opheffen
El gobierno levantó la prohibición de circulación de bebidas alcohólicas. - De regering heeft het verbod van de omloop van alcoholische drank opgeheven.

11) producir una cosa determinadas consecuencias - aanleiding geven tot
levantar alboroto - herrie maken

12) hacer que vuelva a funcionar un negocio después de una crisis - nieuw leven inblazen
levantar una empresa - een bedrijf nieuw leven inblazen


II levantarse

werkw.
Uitspraak:  [leβan'taɾse]

1) ponerse de pie - overeind komen
Está tan ebrio que no puede levantarse de la silla. - Hij is zo dronken dat hij niet uit de stoel overeind kan komen.

2) dejar la cama quien estaba acostado - opstaan
Me levanto al alba. - Ik sta op met de dageraad.

3) sobresalir algo en una superficie - zich verheffen
El castillo se levantaba en la ladera del monte. - Het kasteel verhief zich op de helling van de berg.

4) rebelarse contra la autoridad - in opstand komen
El pueblo se levantó en armas. - Het dorp is gewapend in opstand gekomen.

5) comenzar a alterarse el mar o el viento - opsteken
Se levantó una tormenta en alta mar. - Er is een storm op volle zee opgestoken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
levantar (ww.) omhoogtrekken (ww.) ; optillen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opsteken (ww.) ; opschieten (ww.) ; ophouden (ww.) ; ophogen (ww.) ; ophijsen (ww.) ; opheffen (ww.) ; opgooien (ww.) ; omlijnen (ww.) ; opvliegen (ww.) ; omhoogtillen (ww.) ; omhoogsteken (ww.) ; omhoogrukken (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; omhooghouden (ww.) ; omhoogheffen (ww.) ; omhooghalen (ww.) ; omhooggooien (ww.) ; omhoogbrengen (ww.) ; verhelpen (ww.) ; zich spoeden (ww.) ; zich optrekken aan (ww.) ; zich omhoogtrekken (ww.) ; zich haasten (ww.) ; weerlichten (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; verkassen (ww.) ; verhuizen (ww.) ; verhogen (ww.) ; omhoog werpen (ww.) ; verbeteren (ww.) ; tillen (ww.) ; spoeden (ww.) ; snellen (ww.) ; reppen (ww.) ; renoveren (ww.) ; regelen (ww.) ; rechtop zetten (ww.) ; opwerpen (ww.) ; casseren (ww.) ; hooghouden (ww.) ; hoger worden (ww.) ; hoger maken (ww.) ; hijsen (ww.) ; herstellen (ww.) ; hernieuwen (ww.) ; heffen (ww.) ; doen ontvlammen (ww.) ; construeren (ww.) ; iets op touw zetten (ww.) ; buslichten (ww.) ; bouwen (ww.) ; bliksemen (ww.) ; begrenzen (ww.) ; arrangeren (ww.) ; afzetten (ww.) ; afpalen (ww.) ; afbakenen (ww.) ; aanstrijken (ww.) ; lichten (ww.) ; omhoog trekken (ww.) ; omhoog steken (ww.) ; omhoog rukken (ww.) ; omhoog heffen (ww.) ; omhoog brengen (ww.) ; niet vasthouden (ww.) ; naar boven trekken (ww.) ; naar boven tillen (ww.) ; motiveren (ww.) ; aansteken (ww.) ; laten lopen (ww.) ; laten gaan (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; in de hoogte steken (ww.) ; in de hoogte houden (ww.) ; in de fik steken (ww.) ; ijlen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `levantar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: acentuar
ES: acorralar
ES: acotar
ES: actualizar
ES: adelantar
ES: afanarse tras
ES: afilar
ES: agrandarse
ES: aguijonear