incrementar - Vertaling Spaans-Nederlands

Vertalingen incrementar ES>NL

I incrementar

werkw.

Uitspraak:

[inkɾemen'taɾ]

aumentar el tamaño, cantidad o importancia de algo - vermeerderen

Buscamos incrementar el consumo de productos nacionales. - We proberen om de consumptie van nationale producten te vermeerderen.

werkw.

Uitspraak:

[inkɾemen'taɾse]

aumentarse el tamaño o cantidad de algo - toenemen

Se incrementaron los gastos este mes. - Deze maand zijn de uitgaven toegenomen.

Overige bronnen

incrementar (ww.)

aanvullen (ww.) ; talrijker maken (ww.) ; toenemen (ww.) ; uitbreiden (ww.) ; vergroten (ww.) ; verhogen (ww.) ; vermeerderen (ww.)

Bronnen: Wikipedia; interglot

Voorbeeldzinnen met `incrementar`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: acrecentar
ES: adquirir
ES: agrandar
ES: agrandarse
ES: alzar
ES: ampliar
ES: aumentar
ES: crecer
ES: elevar
ES: encarecer