Vertalingen incorporar ES>NL
I incorporar
werkw.
1) unir dos o más cosas de modo que formen un todo -
toevoegen Incorporé canela a la preparación. - Ik heb kaneel toegevoegd aan de bereiding. |
2) levantar la parte superior del cuerpo -
rechtop zetten Incorporé en la calle a una mujer que sufrió un desmayo. - Ik heb op straat een vrouw op de been geholpen die flauw was gevallen. |
3) destinar a alguien un puesto -
aannemen incorporar nuevos empleados - nieuwe werknemers aannemen |
II incorporarse
werkw.
Uitspraak: | [inkoɾpo'ɾaɾse] |
1) ponerse en posición vertical -
opstaan incorporarse de la cama - van bed opstaan |
2) pasar a formar parte de una actividad o agrupación -
in dienst treden Nos incorporamos al ejército. - We zijn in dienst getreden van het leger. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
incorporar (ww.) | opnemen (ww.) ; toevoegen (ww.) ; overnemen (ww.) ; overeindzetten (ww.) ; optrekken (ww.) ; opslurpen (ww.) ; opslorpen (ww.) ; oprichten (ww.) ; opnemen in groter geheel (ww.) ; inlijven (ww.) ; incorporeren (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; annexeren (ww.) ; absorberen (ww.) |
incorporar | aansluiten ; omzetten in een NV ; inlassen ; inbedden |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `incorporar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: absorberES: acogerES: adoptarES: alzarES: anexarES: anexionarES: arreglarES: arrimarES: beberseES: beberse haciendo ruido