Vertalingen galopar ES>NL
galopar
werkw.
cabalgar en la marcha más veloz del caballo -
galopperen Los caballos de polo galopan a un pequeño gesto del polista. - De polopaarden galopperen op een klein gebaar van de polospeler. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
galopar (ww.) | draven (ww.) ; galopperen (ww.) ; hard rennen (ww.) ; hollen (ww.) ; pezen (ww.) ; racen (ww.) ; rennen (ww.) ; sprinten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `galopar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: andar a galopeES: correrES: correr rapidamenteES: ir a galopeES: ir al troteES: trotar