| Uitspraak: | [tɾo'taɾ] |
| El caballo trotaba por el paseo. - Het paard draafde over de wandelweg. |
| Trotó detrás del taxi porque olvidó en su interior el bolso. - Hij rende achter de taxi aan omdat hij daar de tas had laten liggen. |
Voorbeeldzinnen laden....