Uitspraak: | ['fweɾɑua] |
fuerza abdominal - kracht van de buikspieren |
La fuerza del viento derribó unos árboles. - De kracht van de wind heeft enkele bomen omvergeworpen. |
La fuerza de su presencia se hizo notar en la oficina. - De invloed van zijn aanwezigheid was merkbaar op kantoor. |
Empleo la fuerza para calmar la fiera. - Hij gebruikte geweld om het wilde dier te temmen. |
Tuvo la fuerza para contener a sus hijos en la desgracia. - Hij had de kracht om zijn kinderen in situatie van nood in bedwang te houden. |
El césped ha brotado con mucha fuerza. - Het gazon is met veel kracht ontkiemd. |
El dique tiene una fuerza increíble, con las crecientes ha resistido. - De dijk heeft een ongelooflijke stevigheid, het heeft het uitgehouden met de vloed. |
Uitspraak: | ['fweɾɑuas] |