Vertalingen actividad ES>NL
I la actividad
zelfst.naamw.
1) facultad de realizar acciones -
werking la actividad de los elementos naturales - de werking van de natuurlijke elementen |
2) vitalidad y acción de algo -
activiteit la actividad intelectual - de intellectuele activiteit |
3) tarea práctica sobre un contenido escolar -
activiteit libro de actividades - oefeningenboek |
4) conjunto de tareas realizadas por alguien -
bezigheid la actividad profesional - de beroepsbezigheid |
en actividad (=que está en acción o funcionamiento) - in werking
volcán en actividad - vulkaan in werking
|
II actividades
ocupaciones o trabajos realizadas -
werkzaamheden actividades diarias - dagelijkse werkzaamheden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la actividad (v) | naarstigheid (znw.) ; de werkzaamheid (v) ; de werklust (m) ; de werking (v) ; het werken ; de voortvarendheid (v) ; vlijtigheid (znw.) ; de vlijt ; de verrichting (v) ; het vak ; de taak ; de stiel (m) ; de roerigheid (v) ; de prestatie (v) ; noestigheid (znw.) ; de nijverheid (v) ; métier (znw.) ; de inspanning (m) ; ijverigheid (znw.) ; de ijver (m) ; grote daad (znw.) ; de bezigheid (v) ; de bedrijvigheid (v) ; de arbeid (m) ; het ambacht ; de activiteit (v) ; de actief (v) |
la actividad | de aktiviteit (v) |
actividad | activiteit ; ondernemersactiviteit ; beroepsbezigheid ; beroep |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `actividad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: actividadesES: afanosoES: alegría vitalES: animaciónES: ardorES: asiduidadES: asignaturaES: asuntoES: asuntosES: aventura