Vertalingen arranque ES>NL
el arranque
zelfst.naamw.
1) acción de arrancar -
starten velocidad de arranque - startsnelheid |
2) dispositivo que pone en marcha el motor de una máquina mechanica -
start el arranque del motor - de start van de motor |
3) principio o comienzo de algo -
begin En el arranque de la obra todos los actores están en escena. - In het begin van het stuk staan alle acteurs op het toneel. |
4) pasión, reacción violenta provocada por un sentimiento -
vlaag Lo abofeteó en un arranque de celos. - Hij sloeg hem in het gezicht in een opwelling van jaloezie. |
5) decisión rápida o impulso repentino de hacer algo -
bevlieging En un arranque, tomó su mochila y se marchó. - In een bevlieging pakte hij zijn rugzak en ging ervan door. |
6) fuerza, energía e iniciativa para comenzar algo -
energie Es un jugador con arranque. - Hij is een speler met energie. |
7) expresión o acción ocurrente, ingeniosa y divertida -
inval Siempre me haces reír con tus arranques. - Je maakt me altijd aan het lachen met je invallen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el arranque (m) | plotselinge uitbarsting (znw.) ; de ontlading (v) ; de intuïtie (v) ; het instinct ; het initiatief ; het gevoel ; de aanzet (m) |
arranque | rooiing ; worteleinde ; winning ; starten ; start ; aanlopen ; rooien ; opstarten ; lichten ; hangende plaatlip ; geboorte ; automatische starter ; afbouw ; aanzetten ; aanzet ; aanslaan |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `arranque`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: accesoES: acicateES: arrebatoES: bríoES: caprichoES: decisiónES: derivaES: descargaES: desembarqueES: despegue