Vertaal
Naar andere talen: • fabricar > DEfabricar > ENfabricar > FR
Vertalingen fabricar ES>NL

fabricar

werkw.
Uitspraak:  [faβɾi'kaɾ]

1) hacer un producto a través de medios mecánicos - produceren
fabricar automóviles - auto´s produceren

2) construir algo manualmente - maken
fabricar dulces - snoepgoed maken

3) idear algo no material - creëren
fabricar sueños - dromen creëren

4) producir un órgano cierta sustancia necesaria para el funcionamiento del cuerpo - aanmaken
fabricar adrenalina - adrenaline aanmaken

5) producir un animal o vegetal cierta sustancia - produceren , bewerken
Las abejas fabrican miel y cera. - Bijen produceren honing en was.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fabricar (ww.) afwisselen (ww.) ; fabriceren (ww.) ; herzien (ww.) ; in het leven roepen (ww.) ; maken (ww.) ; produceren (ww.) ; scheppen (ww.) ; veranderen (ww.) ; vervaardigen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; wijzigen (ww.)
fabricar bouwen
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `fabricar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alterar
ES: alternar
ES: armar
ES: cambiar
ES: cambiar por
ES: compilar
ES: componer
ES: concebir
ES: convertir
ES: convertirse en