Vertaal
Naar andere talen: • experiencia > DEexperiencia > ENexperiencia > FR
Vertalingen experiencia ES>NL

la experiencia

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ekspe'ɾjenɑuja]

1) conocimiento de algo que se adquiere a través de la práctica - ervaring
Le falta experiencia para conducir la empresa. - Het ontbreekt hem aan ervaring om het bedrijf te leiden.

2) circunstancia de tener este conocimiento - ervaring
Tiene mucha experiencia en el periodismo deportivo. - Hij heeft veel ervaring in de sportjournalistiek.

3) suceso del que se obtiene este conocimiento - ervaring
El viaje por Latinoamérica será una experiencia increíble. - De reis door Latijns-Amerika zal een onvergetelijke ervaring worden.

4) prueba hecha con valor científico para comprobar la eficacia de una hipótesis - experiment
Las experiencias hechas sobre animales han dado resultado. - De experimenten uitgevoerd op dieren hebben iets opgeleverd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la experiencia (v) meemaken van een gebeurtenis (znw.) ; het vakwerk ; het vakmanschap ; vakarbeid (znw.) ; de vaardigheid (v) ; de routine (v) ; de praktijk ; de ondervinding (v) ; het ondervinden ; de kundigheid (v) ; de kunde (v) ; de ervaring (v) ; doorkneedheid (znw.) ; de beleving (v) ; de belevenis (v) ; de bekwaamheid (v)
experiencia levenservaring
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `experiencia`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aptitud
ES: arte
ES: capacidad profesional
ES: carrera
ES: competencia
ES: conocimientos
ES: consulta
ES: destreza
ES: entrenamiento
ES: habilidad