Vertaal
Naar andere talen: • desarmar > DEdesarmar > ENdesarmar > FR
Vertalingen desarmar ES>NL

I desarmar

werkw.
Uitspraak:  [desaɾ'maɾ]

1) hacer entregar o quitar las armas a alguien que las tiene - ontwapenen
Desarmaron a los asaltantes. - Ze hebben de overvallers ontwapend.

2) dejar a alguien sin posibilidad de argumentación o reacción - uit het lood slaan
Las preguntas desarmaron al político. - De vragen hebben de politicus uit het lood geslagen.

3) calmar los ánimos - kalmeren
desarmar la ira - de woede kalmeren

4) separar las piezas que conforman un objeto - uit elkaar halen
desarmar la cama - het bed uit elkaar halen


II desarmarse

werkw.
Uitspraak:  [desaɾ'maɾse]

1) desprenderse una persona, institución o nación de las armas que posee defensie - tot ontwapening overgaan
Ambos países acordaron desarmarse. - Beide landen kwamen overeen om tot ontwapening over te gaan.

2) perder la presencia de ánimo - verbijsterd raken
Se desarmó cuando vio a su hija después de tanto tiempo. - Hij raakte verbijsterd toen hij zijn dochter na zo´n lange tijd zag.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
desarmar (ww.) demonteren (ww.) ; kraken (ww.) ; losbreken (ww.) ; onschadelijk maken (ww.) ; ontmantelen (ww.) ; onttakelen (ww.) ; ontwapenen (ww.) ; openbreken (ww.) ; pacificeren (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; uit elkaar nemen (ww.) ; uiteen nemen (ww.)
desarmar demonteren ; onderdrukken
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `desarmar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: abrir bruscamente
ES: aniquilar
ES: arruinar
ES: asolar
ES: cambiar la fecha
ES: desactivar
ES: desajustar
ES: desaparejar
ES: desarmarse