Vertalingen competencia ES>NL
la competencia
zelfst.naamw.
1) lucha entre personas o animales que pretenden lograr un mismo objetivo -
concurrentie | la competencia entre empresas - de concurrentie tussen bedrijven |
2) entidad o grupo de entidades que realizan la misma actividad que otra -
concurrentie | trabajar para la competencia - voor de concurrentie werken |
3) capacidad para hacer o intervenir en algo -
bekwaamheid | tener competencia en idioma inglés - bekwaam zijn in de Engelse taal |
4) jurisdicción de una persona o entidad para ejercer una labor -
bevoegdheid | Este tema es competencia municipal. - Dat thema valt onder de gemeentelijke bevoegdheid. |
5) prueba deportiva en que se enfrentan dos o más adversarios para disputarse el triunfo -
wedstrijd | una competencia de atletismo - een atletiekwedstrijd |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la competencia (v) | de capaciteit (v) ; de wedijver (m) ; ter zake kundigheid (znw.) ; de techniek (v) ; de rivaliteit (v) ; mate van kunstbeheersing (znw.) ; de kwaliteit (v) ; doorkneedheid (znw.) ; de concurrentie (v) ; de competentie (v) ; capabelheid (znw.) ; de bevoegdheid (v) ; bevoegd zijn (znw.) ; de bekwaamheid (v) |
| competencia | bekwaamheid ; volledige mededinging ; rechtsmacht ; concurrentie (economisch) ; competentie ; bevoegdheid |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `competencia`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aptitudES: arteES: autoridadES: campeonatoES: capacidadES: capacidad profesionalES: certamenES: choqueES: competiciónES: concurso
