Vertaal
Naar andere talen: • espetar > DEespetar > ENespetar > FR
Vertalingen espetar ES>NL
espetar (ww.) aan de spies rijgen (ww.) ; afbekken (ww.) ; afblaffen (ww.) ; afsnauwen (ww.) ; snauwen (ww.) ; spietsen (ww.) ; toesnauwen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `espetar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: atravesar
ES: clavar
ES: cruzar
ES: ensartar
ES: fijar
ES: hablar bruscamente
ES: ladrar
ES: pegar
ES: sujetar
ES: sujetar con clavos