Vertaal
Naar andere talen: • enmendar > DEenmendar > ENenmendar > FR
Vertalingen enmendar ES>NL

I enmendar

werkw.
Uitspraak:  [enmen'daɾ]

1) corregir los errores o defectos de una persona o cosa - corrigeren
Enmendó la ortografía de su escrito. - Hij corrigeerde de spelling van zijn schrijven.

2) cambiar el contenido de un artículo de un documento oficial juridisch - amenderen
enmendar una ley - een wet ammenderen


II enmendarse

werkw.
Uitspraak:  [enmen'daɾse]

corregirse una persona de defectos o conductas censurables - zijn gedrag verbeteren
Se enmendó de sus vicios. - Hij verbeterde zich van zijn slechte gewoonten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
enmendar (ww.) amenderen (ww.) ; herzien (ww.) ; modificeren (ww.) ; omwerken (ww.) ; veranderen (ww.) ; wijzigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `enmendar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alterar
ES: cambiar
ES: compensar
ES: componer
ES: convertir
ES: corregir
ES: desagraviar
ES: enderezar
ES: expiar
ES: indemnizar