Vertalingen emerger ES>NL
emerger
werkw.
1) surgir de algún líquido alguien o algo -
omhoogkomen El buzo emergió del mar. - De duiker kwam uit de zee omhoog. |
2) aparecer alguna persona o cosa de algún lugar -
te voorschijn komen El bandido emergió de las sombras. - De bandiet kwam tevoorschijn uit de duisternis. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
emerger (ww.) | boven water komen (ww.) ; bovenkomen (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; ontspinnen (ww.) ; opdiepen (ww.) ; opdoemen (ww.) ; opduiken (ww.) ; oprijzen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opvliegen (ww.) ; rijzen (ww.) ; van de bodem ophalen (ww.) ; verrijzen (ww.) ; weer verschijnen (ww.) |
emerger | terugkeren naar de oppervlakte |
Bronnen: interglot; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `emerger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acontecerES: alzarES: alzar el vueloES: alzarseES: aparecerES: aparecer de nuevoES: ascenderES: asomarES: brotarES: convertirse en