Vertalingen dominio ES>NL
el dominio
zelfst.naamw.
1) poder o control que se ejerce sobre personas o cosas -
gezag Su ama de llaves tenía el dominio sobre la casa. - Zijn huishoudster had het gezag over het huis. |
2) territorio sobre el que se ejerce poder o control -
machtsgebied El Rey recorría personalmente todos sus dominios - De Koning bracht op zondag een persoonlijk bezoek aan al zijn machtsgebieden. |
3) destreza o manejo que se tiene de cualquier cosa que se aprende -
beheersing Su dominio del alemán era perfecto - Zijn beheersing van het Duits is perfect. |
4) territorio bajo un poder extraño -
gebiedsdeel Grecia estaba entre los dominios de Roma. - Griekenland was een van de gebiedsdelen van Rome. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el dominio (m) | het domein ; de verwurging (v) ; het vermogen ; de rayon (m) ; de kracht ; de inboedel (m) ; het huisraad ; de heerschappij (v) ; het gezag ; het gebiedsdeel ; het district ; de boedel (m) ; de bezitting (v) ; het bedwang ; de autoriteit (v) |
dominio | bereik ; omvang ; gebied ; domein(van een eiwit) ; domein |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `dominio`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: administraciónES: ajuarES: ascendienteES: autoridadES: autoridad supremaES: barrioES: barrio residencialES: bienesES: campoES: capacidad