Vertaal
Naar andere talen: • descoser > DEdescoser > ENdescoser > FR
Vertalingen descoser ES>NL
descoser (ww.) afkoppelen (ww.) ; loskrijgen (ww.) ; losmaken (ww.) ; lostornen (ww.) ; tornen (ww.) ; uithalen (ww.) ; uittrekken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `descoser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abandonar
ES: abrir
ES: apartar
ES: arrancar
ES: asignar
ES: censurar
ES: criticar
ES: dejar
ES: desabrochar
ES: desacoplar