Vertaal
Naar andere talen: • desarraigar > DEdesarraigar > ENdesarraigar > FR
Vertalingen desarraigar ES>NL

I desarraigar

werkw.
Uitspraak:  [desaraj'γaɾ]

1) arrancar una planta de raíz - ontwortelen
desarraigar un arbusto - een struik ontwortelen

2) desterrar de su ambiente a una persona - ontwortelen
Inmigrar te desarraiga de tus costumbres. - De immigratie leidt tot de ontworteling van gewoonten.

3) hacer desaparecer una costumbre o vicio - uitroeien
Hay que desarraigar la droga de los jóvenes. - De drugs dient bij de jongeren te worden uitgeroeid.


II desarraigarse

werkw.
Uitspraak:  [desaraj'γaɾse]

1) quitarse definitivamente un dolor, un vicio o una pena - zich ontdoen van
desarraigarse las malas costumbres - zich ontdoen van slechte gewoonten

2) perder u olvidar las propias raíces - loslaten van zijn geboorteland
Emigrar implica desarraigarse. - Emigreren betekent het loslaten van het geboorteland.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
desarraigar (ww.) rooien (ww.)
desarraigar ontwortelen
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `desarraigar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: apartar
ES: arrancar
ES: deportar
ES: desterrar
ES: distanciar
ES: emigrar
ES: exiliar
ES: expatriar
ES: expulsar