Vertaal
Naar andere talen: • deportar > DEdeportar > ENdeportar > FR
Vertalingen deportar ES>NL

deportar

werkw.
Uitspraak:  [depoɾ'taɾ]

1) enviar a alguien a un lugar alejado de donde reside y no pueda regresar - deporteren
Los militares deportaron a sus opositores políticos. - De militairen hebben hun politieke tegenstanders gedeporteerd.

2) enviar a alguien a su país de origen por razones políticas - deporteren
Deportaron inmigrantes por entrar ilegalmente al país. - De immigranten werden gedeporteerd vanwege de illegale toegang tot het land.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
deportar (ww.) deporteren (ww.) ; uitzetten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `deportar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: expulsar