Vertalingen debilitarse ES>NL
debilitarse (ww.) | aan kracht inboeten (ww.) ; achteruitgaan (ww.) ; afnemen (ww.) ; aftakelen (ww.) ; bekoelen (ww.) ; uitputten (ww.) ; verflauwen (ww.) ; verminderen in kracht (ww.) ; verslappen (ww.) ; verzwakken (ww.) ; wegebben (ww.) ; wegglijden (ww.) ; zwak worden (ww.) ; zwakker worden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `debilitarse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aflojarES: aflojarseES: atenuarseES: calmarseES: debilitarES: disminuirES: enfriarseES: entibiarES: entibiarseES: helarse