Vertalingen convocar ES>NL
convocar
werkw.
1) llamar a una o más personas para que acudan a un lugar -
bijeenroepen Convocó a todos sus amigos a su casa para comunicarles la noticia de su casamiento. - Hij heeft al zijn vrienden thuis bijeengeroepen om het nieuws van zijn huwelijk bekend te maken. |
2) anunciar un concurso o una competición para que los interesados acudan a participar -
aankondigen convocar una manifestación - een demonstratie aankondigen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
convocar (ww.) | aanzeggen (ww.) ; bijeen roepen (ww.) ; bijeenroepen (ww.) ; convoceren (ww.) ; dagen (ww.) ; kennis geven (ww.) ; samenroepen (ww.) ; sommeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `convocar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anunciarES: avisarES: brindarES: citarES: citar a juicioES: comenzar a comprenderES: comunicarES: congregarES: convidarES: convocar a