Vertaal
Naar andere talen: • constituir > DEconstituir > ENconstituir > FR
Vertalingen constituir ES>NL

I constituir

werkw.
Uitspraak:  [konstitu'iɾ]

1) formar algo un determinado elemento - zijn
Estos pocos ahorros constituyen toda su fortuna. - Dit beetje spaargeld is zijn gehele fortuin.

2) fundar o establecer algo - oprichten
constituir una empresa - een bedrijf oprichten


II constituirse

werkw.
Uitspraak:  [konstitu'iɾse]

asumir una responsabilidad, cargo o función - op zich nemen
Se constituyó como nuevo gerente. - Hij heeft de functie van nieuwe directeur op zich genomen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
constituir (ww.) inrichten (ww.) ; installeren (ww.) ; instellen (ww.) ; invoeren (ww.) ; kneden (ww.) ; maken (ww.) ; modelleren (ww.) ; oprichten (ww.) ; stichten (ww.) ; vervaardigen (ww.) ; vormen (ww.)
constituir oprichten
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `constituir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: amasar
ES: arreglar
ES: colocar
ES: colocarse
ES: comenzar
ES: componer
ES: concebir
ES: configurar
ES: construir
ES: dar forma