Vertaal
Naar andere talen: • consolar > DEconsolar > ENconsolar > FR
Vertalingen consolar ES>NL

I consolar

werkw.
Uitspraak:  [konso'laɾ]

1) aliviar la pena o angustia de una persona - troosten
Tuve que consolar a un amigo por la muerte de su padre. - Ik moest een vriend troosten vanwege de dood van zijn vader.

2) ayudar a alguien mediante buenas palabras o caricias a soportar una angustia - troosten
Lo consolé diciéndole lo mucho que vale como persona. - Ik heb hem getroost door hem te zeggen hoeveel hij als persoon waard is.


II consolarse

werkw.
Uitspraak:  [konso'laɾse]

aliviar la pena o aflicción de uno mismo - troost vinden
Se consoló con un viaje. - Hij vond troost in een reis.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
consolar (ww.) bemoedigen (ww.) ; laven (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; opbeuren (ww.) ; sterken (ww.) ; troosten (ww.) ; vertroosten (ww.) ; zijn heil zoeken in (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `consolar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alentar
ES: aliviar
ES: animar
ES: buscar refugio en
ES: confortar
ES: reconfortar