Vertalingen consolar ES>NL
I consolar
werkw.
1) aliviar la pena o angustia de una persona -
troosten Tuve que consolar a un amigo por la muerte de su padre. - Ik moest een vriend troosten vanwege de dood van zijn vader. |
2) ayudar a alguien mediante buenas palabras o caricias a soportar una angustia -
troosten Lo consolé diciéndole lo mucho que vale como persona. - Ik heb hem getroost door hem te zeggen hoeveel hij als persoon waard is. |
II consolarse
werkw.
aliviar la pena o aflicción de uno mismo -
troost vinden Se consoló con un viaje. - Hij vond troost in een reis. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
consolar (ww.) | bemoedigen (ww.) ; laven (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; opbeuren (ww.) ; sterken (ww.) ; troosten (ww.) ; vertroosten (ww.) ; zijn heil zoeken in (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `consolar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: alentarES: aliviarES: animarES: buscar refugio enES: confortarES: reconfortar