Vertaal
Naar andere talen: • consentir > DEconsentir > ENconsentir > FR
Vertalingen consentir ES>NL

consentir

werkw.
Uitspraak:  [konsen'tiɾ]

1) permitir que se haga una cosa - toestemmen
Consintió que faltase al colegio. - Hij stemde erin toe dat hij niet naar school zou gaan.

2) dejar que un niño actúe a su gusto sin castigos - verwennen
Sus padres lo consienten en todo. - Zijn ouders verwennen hem met alles.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
consentir (ww.) laten (ww.) ; verwennen (ww.) ; vertroetelen (ww.) ; verlenen (ww.) ; vergunnen (ww.) ; toestemming verlenen (ww.) ; toestemmen (ww.) ; toelaten (ww.) ; toekennen (ww.) ; staven (ww.) ; permitteren (ww.) ; overhandigen (ww.) ; onderschrijven (ww.) ; afgeven (ww.) ; instemmen (ww.) ; inleveren (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; gunnen (ww.) ; goedvinden (ww.) ; goedkeuren (ww.) ; fiatteren (ww.) ; billijken (ww.) ; bevestigen (ww.) ; beamen (ww.) ; autoriseren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `consentir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder
ES: acceder a
ES: accedido
ES: aceptar
ES: adherirse
ES: adjudicar
ES: admitir
ES: ahorrar
ES: aprobar
ES: asentir a