Vertaal
Naar andere talen: • bendecir > DEbendecir > ENbendecir > FR
Vertalingen bendecir ES>NL

bendecir

werkw.
Uitspraak:  [bende'ɑuiɾ]

1) mostrar agradecimiento - loven
bendigo tus manos - ik loof je handen

2) consagrar al culto religie - inwijden
El obispo ha bendecido el matrimonio. - De bisschop heeft het huwelijk ingewijd.

3) hacer la señal de la cruz religie - zegenen
bendecir la comida - de maaltijd zegenen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bendecir (ww.) zegenen (ww.)
Bron: Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `bendecir`
Voorbeeldzinnen laden....