Vertaal
Naar andere talen: • cinturón > DEcinturón > ENcinturón > FR
Vertalingen cinturón ES>NL

el cinturón

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɑuintuon]

1) correa de cuero u otro material resistente usada para sujetar la ropa a la cintura - riem
El cinturón debe combinar con los zapatos. - De riem dient goed te passen bij de schoenen.
uitdrukking ajustarse el cinturón
uitdrukking cinturón de seguridad

2) carretera que rodea completamente una ciudad - ringweg
un cinturón de circunvalación - een ringweg

3) zona que rodea a una ciudad - gebied
Edificaran barrios en el cinturón suburbano. - Ze zullen wijken gaan bouwen in het voorstedelijk gebied.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el cinturón (m) de lei ; de teugel (m) ; sluitband (znw.) ; rondweg (znw.) ; de ringweg (m) ; ringspoorweg (znw.) ; de ringlijn ; de ringbaan ; de riem (m) ; de lijn ; de heupgordel (m) ; de gordelriem (m) ; de gordel (m) ; de ceintuur (v) ; broeksband ; de broekriem (m) ; de broekband (m)
cinturón koppelriem ; lusgordel
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `cinturón`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: banda
ES: ceñidor
ES: cinta
ES: cinto
ES: correa
ES: faja
ES: lazo