Vertaal
Naar andere talen: • batir > DEbatir > ENbatir > FR
Vertalingen batir ES>NL

batir

werkw.
Uitspraak:  ['batiɾ]

1) dar golpes - slaan
batir el tambor - op de trommel slaan

2) revolver una sustancia para que se condense - kloppen
batir huevos - eieren kloppen

3) mover con vigor algo - hevig bewegen
batir las alas - klapwieken

4) derrotar un contrincante - verslaan
batir al enemigo - de vijand verslaan

5) explorar un terreno - verkennen
batir el campo - het terrein verkennen
uitdrukking batirse (en)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
batir (ww.) beroeren (ww.) ; iemand raken (ww.) ; iemand treffen (ww.) ; inkloppen (ww.) ; klutsen (ww.) ; knuppelen (ww.) ; raken (ww.) ; ranselen (ww.) ; roeren (ww.) ; slaan (ww.) ; treffen (ww.)
batir karnen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `batir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adoptar
ES: agitar
ES: alcanzar
ES: apalear
ES: azotar
ES: conmover
ES: dar golpes
ES: dar una paliza
ES: derrotar
ES: emocionar