Vertaal
Naar andere talen: • argüir > DEargüir > ENargüir > FR
Vertalingen argüir ES>NL

I argüir

werkw.
Uitspraak:  [aɾguˈiɾ]

dar argumentos a favor o en contra de algo - (be)argumenteren
Arguyó que ley era discriminatoria. - Hij beargumenteerde dat de wet discriminerend was.


II argüir

werkw.

sacar conclusiones, deducir algo - afleiden
De tus palabras, arguyo que eres el responsable. - Uit jouw woorden leid ik af dat jij de verantwoordelijke persoon bent.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
argüir (ww.) argumenteren (ww.) ; disputeren (ww.) ; protesteren (ww.) ; redetwisten (ww.) ; tegenspreken (ww.) ; tegenwerpen (ww.) ; twisten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `argüir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alegar
ES: argumentar
ES: comprobar
ES: contender
ES: contradecir
ES: deducir
ES: deliberar
ES: discutir
ES: exponer
ES: impugnar