Zie ook:
agostoVertalingen Agosto ES>NL
el agosto
zelfst.naamw.
octavo mes del año -
augustus Viajaremos en agosto. - We zullen in augustus reizen. |
hacer su agosto (=recibir buena ganancia de un negocio) - zich verrijken
Los puestos callejeros hicieron su agosto con la ola de turistas. - De straatstalletjes verrijkten zich met de stroom van toeristen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el agosto (m) | de augustus (m) ; het gewas ; het voedselgewas ; de voedselplant (m) |
Agosto | aug. (Afkorting) ; augustus |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Agosto`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrilES: cosechaES: diciembreES: eneroES: febreroES: frutoES: julioES: junioES: marzoES: mayo