Vertaal
Naar andere talen: • Marzo > DEMarzo > ENMarzo > FR
Zie ook: marzo

Vertalingen Marzo ES>NL

el marzo

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['maɾɑuo]

tercer mes del año, de treinta y un días - maart
Nos casamos en marzo. - We zullen in maart gaan trouwen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el marzo (m) de lentemaand ; de maart (m)
Marzo maart ; mrt. (Afkorting)
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Marzo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abril
ES: agosto
ES: diciembre
ES: enero
ES: febrero
ES: julio
ES: junio
ES: mayo
ES: mes
ES: noviembre