Vertalingen advertir ES>NL
advertir
werkw.
1) informar a alguien sobre algo para que actúe con cuidado -
waarschuwen advertir a alguien del peligro - iemand waarschuwen voor het gevaar |
2) notar u observar algo -
opmerken advertir un importante cambio - een belangrijke wijziging opmerken |
3) informar o avisar con amenazas -
waarschuwen Le advirtió que si no lo dejaba tranquilo lo denunciaría. - Hij waarschuwde hem dat als hij hem niet met rust zou laten, hij hem zou aangeven. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
advertir (ww.) | opmerken (ww.) ; zien (ww.) ; zeggen (ww.) ; wijzen (ww.) ; waarschuwen (ww.) ; waarnen (ww.) ; waarnemen (ww.) ; voelen (ww.) ; verwittigen (ww.) ; van iets in kennis stellen (ww.) ; tippen (ww.) ; signaleren (ww.) ; attenderen (ww.) ; op de hoogte brengen (ww.) ; ontwaren (ww.) ; merken (ww.) ; kennisgeven van (ww.) ; inseinen (ww.) ; inlichten (ww.) ; informeren (ww.) ; gewaarworden (ww.) ; bewust maken (ww.) ; bespeuren (ww.) ; bemerken (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `advertir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aconsejarES: alarmarES: anunciarES: atemorizarES: atenderES: avisarES: cantarES: comunicarES: constatarES: contemplar