Vertaal
Naar andere talen: • asunto > DEasunto > ENasunto > FR
Vertalingen asunto ES>NL

el asunto

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [aˈsunto]

1) materia o tema que se trata, se piensa o que interesa - zaak
hablar del asunto - over de zaak spreken

2) tema de una exposición - kwestie
Hoy trataron en clase un asunto muy interesante. - Vandaag hebben ze in de klas een heel interessant thema besproken.

3) tema o argumento de una obra literatuur - thema
No entendí cómo se resuelve el asunto de la película. - Ik heb niet begrepen hoe het thema van de film wordt opgelost.

4) tema o cosa que representa un cuadro o una escultura kunst - aangelegenheid
Los asuntos religiosos eran los favoritos del Renacimiento. - De religieuze aangelegenheden waren favoriet in de Renaissance.

5) negocio, actividad u ocupación de alguien - zaak
Siempre anda en sus asuntos y no tiene tiempo para la familia. - Hij is altijd met zijn zaken bezig en heeft geen tijd voor zijn familie.

6) relación amorosa secreta - verhouding
Tiene un asunto con su jefe. - Ze heeft een verhouding met haar baas.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el asunto (m) de opgaaf ; de zwaarte (v) ; de zaak ; het vraagstuk ; het vak ; thema van een boek (znw.) ; de thema ; het subject ; de stiel (m) ; de punt (m) ; de problemen ; de problematiek (v) ; het probleem ; de opgave ; het onderwerp ; métier (znw.) ; de kwesties ; de kwestie (v) ; het kapittel ; het issue ; het hoofdstuk ; het geval ; het chapiter ; het ambacht ; de affaire ; de aangelegenheid (v)
asunto onderwerp
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `asunto`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: actividad
ES: actividades
ES: argumento
ES: asignatura
ES: asuntos
ES: aventura
ES: cabildo
ES: casilla
ES: caso
ES: causa