Vertalingen asunto ES>NL
el asunto
zelfst.naamw.
1) materia o tema que se trata, se piensa o que interesa -
zaak hablar del asunto - over de zaak spreken |
2) tema de una exposición -
kwestie Hoy trataron en clase un asunto muy interesante. - Vandaag hebben ze in de klas een heel interessant thema besproken. |
3) tema o argumento de una obra literatuur -
thema No entendí cómo se resuelve el asunto de la película. - Ik heb niet begrepen hoe het thema van de film wordt opgelost. |
4) tema o cosa que representa un cuadro o una escultura kunst -
aangelegenheid Los asuntos religiosos eran los favoritos del Renacimiento. - De religieuze aangelegenheden waren favoriet in de Renaissance. |
5) negocio, actividad u ocupación de alguien -
zaak Siempre anda en sus asuntos y no tiene tiempo para la familia. - Hij is altijd met zijn zaken bezig en heeft geen tijd voor zijn familie. |
6) relación amorosa secreta -
verhouding Tiene un asunto con su jefe. - Ze heeft een verhouding met haar baas. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el asunto (m) | de opgaaf ; de zwaarte (v) ; de zaak ; het vraagstuk ; het vak ; thema van een boek (znw.) ; de thema ; het subject ; de stiel (m) ; de punt (m) ; de problemen ; de problematiek (v) ; het probleem ; de opgave ; het onderwerp ; métier (znw.) ; de kwesties ; de kwestie (v) ; het kapittel ; het issue ; het hoofdstuk ; het geval ; het chapiter ; het ambacht ; de affaire ; de aangelegenheid (v) |
asunto | onderwerp |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `asunto`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: actividadES: actividadesES: argumentoES: asignaturaES: asuntosES: aventuraES: cabildoES: casillaES: casoES: causa