Vertaal
Naar andere talen: • traducir > DEtraducir > ENtraducir > FR
Vertalingen traducir ES>NL

traducir

werkw.
Uitspraak:  [tɾaðu'ɑuiɾ]

1) expresar en una lengua algo escrito o dicho en otra - vertalen
Tradujo al castellano un poema alemán. - Hij heeft een Duits gedicht naar het Spaans vertaald.

2) expresar algo dicho de otra forma - weergeven
El profesor tradujo su explicación en términos más sencillos. - De leraar gaf zijn uitleg in de meest eenvoudige termen weer.

3) transformar una cosa en otra - omzetten
Traduce su insatisfacción en mal humor. - Hij zet zijn ontevredenheid om in een slecht humeur.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
traducir (ww.) overbrengen (ww.) ; overzetten (ww.) ; translateren (ww.) ; vertalen (ww.) ; vertolken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `traducir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: descifrar
ES: expresar
ES: hacer de intérprete
ES: hacerse eco de
ES: interpretar
ES: reflejar
ES: reproducir