Vertaal
Naar andere talen: • situar > DEsituar > ENsituar > FR
Vertalingen situar ES>NL

I situar

werkw.
Uitspraak:  [si'twaɾ]

1) poner a una persona o cosa en determinado lugar o estado - plaatsen
El capitán situó un vigía en la torre. - De kapitein plaatste een wachter in de toren.

2) ser la causa para que se tenga determinada consideración de una persona o cosa - plaatsen
La victoria de hoy nos sitúa en el primer puesto del campeonato. - De overwinning van vandaag plaatst ons op de eerste positie van het kampioenschap.


II situarse

werkw.
Uitspraak:  [si'twaɾse]

lograr una buena posición económica, social o profesional - zich plaatsen
La empresa se situó rápidamente como líder del rubro. - Het bedrijf plaatste zich snel als de leider van de branche.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
situar (ww.) deponeren (ww.) ; doen (ww.) ; kalibreren (ww.) ; leggen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; plaats toekennen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; situeren (ww.) ; stationeren (ww.) ; stellen (ww.) ; wegleggen (ww.) ; zetten (ww.) ; zich afspelen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `situar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acomodar
ES: aforar
ES: aplicar
ES: asentar
ES: calibrar
ES: circunscribir
ES: colocar
ES: colocarse
ES: componer
ES: comprobar