Vertaal
Naar andere talen: • recoger > DErecoger > ENrecoger > FR
Vertalingen recoger ES>NL

I recoger

werkw.
Uitspraak:  [reko'xeɾ]

1) alzar del suelo algo que se ha caído - oprapen
recoger las frutas caídas - het gevallen fruit oprapen

2) guardar algo - opruimen
recoger los utensilios de limpieza - de schoonmaakspullen opruimen

3) reunir cosas o personas dispersas - bijeenbrengen
Recoge los indigentes y les da amparo. - Hij brengt de behoeftigen bijeen en verschaft hen onderdak,

4) unificar algo disperso - bijeenbrengen
La oposición recoge todos los reclamos de la populación. - De oppositie brengt alle bezwaarschriften van de bevolking bijeen.

5) buscar a alguien - ophalen
Te recojo en automóvil a las seis de la tarde en tu casa. - Ik haal je om zes uur op met de auto bij je huis.

6) envolver ciertas cosas - opbergen
recoger las cortinas - de gordijnen oprollen
recoger las velas - de zeilen ophalen

7) sujetar ciertas cosas - vastmaken
recoger el pelo - het haar vastmaken

8) recibir buenas o malas consecuencias - plukken
recoger los frutos de las propias acciones - de vruchten plukken van de eigen aandelen

9) juntar los frutos de la tierra - binnenhalen
recoger la cosecha - de oogst binnenhalen


II recoger

werkw.

guardar ordenadamente algo en su sitio - opruimen
Recoge tus herramientas después de arreglar la cocina. - Ruim je gereedschap op nadat je het fornuis in orde hebt gebracht.


III recogerse

werkw.
Uitspraak:  [reko'xeɾse]

1) irse una persona o animal a su refugio para descansar - zich terugtrekken
Las aves se recogen muy temprano en los árboles frondosos. - De vogels trekken zich vroeg terug in de bladerrijke bomen.

2) apartarse del lugar habitual para rezar o meditar - zich afzonderen
Se recogió en una ermita para orar. - Hij zonderde zich af in een afgelegen kapel om te bidden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
recoger (znw.)de rapen
recoger (ww.) naar binnen halen (ww.) ; meenemen (ww.) ; oogsten (ww.) ; opbergen (ww.) ; opeenhopen (ww.) ; ophalen (ww.) ; oppakken (ww.) ; oppikken (ww.) ; oppotten (ww.) ; oprapen (ww.) ; opruimen (ww.) ; opsnappen (ww.) ; opstapelen (ww.) ; opvegen (ww.) ; plukken (ww.) ; samenpakken (ww.) ; samenrapen (ww.) ; snappen (ww.) ; sparen (ww.) ; vergaren (ww.) ; verzamelen (ww.) ; wegbergen (ww.) ; weghalen (ww.) ; wegnemen (ww.) ; inzamelen (ww.) ; afdekken (ww.) ; afhalen (ww.) ; afhalen en meenemen (ww.) ; afnemen (ww.) ; afplukken (ww.) ; afruimen (ww.) ; bergen (ww.) ; betrappen (ww.) ; bijeen harken (ww.) ; bijeen scharrelen (ww.) ; bijeenkomen (ww.) ; bijeenrapen (ww.) ; bijeenschrapen (ww.) ; bijeenzamelen (ww.) ; binnen halen (ww.) ; binnenbrengen (ww.) ; binnenhalen (ww.) ; geld in ontvangst nemen (ww.) ; incasseren (ww.) ; inhalen (ww.) ; innen (ww.)
recoger plukken ; rapen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `recoger`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acopiar
ES: acumular
ES: ahorrar
ES: alcanzar
ES: almacenar
ES: amasar
ES: amontonar
ES: archivar
ES: atrapar
ES: barrer