Vertalingen acumular ES>NL
I acumular
werkw.
agrupar o juntar cosas de modo que se aumente su cantidad -
ophopen , verzamelen acumular gran cantidad de dinero - een grote hoeveelheid geld verzamelen |
II acumularse
werkw.
agruparse o juntarse varias cosas -
zich ophopen Se acumularon varias toneladas de basura. - Er stapelden zich verschillende hopen met vuilnis op. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
acumular (ww.) | opstapelen (ww.) ; zich vermeerderen (ww.) ; zich opstapelen (ww.) ; zich ophopen (ww.) ; voortplanten (ww.) ; verzamelen (ww.) ; vermenigvuldigen (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; vergaren (ww.) ; stapelen (ww.) ; sparen (ww.) ; samenrapen (ww.) ; samenpakken (ww.) ; aangroeien (ww.) ; oppotten (ww.) ; opeenhopen (ww.) ; op elkaar zetten (ww.) ; op elkaar stapelen (ww.) ; op bankrekening zetten (ww.) ; hopen (ww.) ; bijeenzoeken (ww.) ; bijeenzamelen (ww.) ; bijeenschrapen (ww.) ; bijeen scharrelen (ww.) ; bijeen harken (ww.) ; accumuleren (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `acumular`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acapararES: acopiarES: acumularseES: agravarES: ahorrarES: amasarES: amontonarES: amontonarseES: apilarES: archivar