Vertaal
Naar andere talen: • mentir > DEmentir > ENmentir > FR
Vertalingen mentir ES>NL

mentir

werkw.
Uitspraak:  [men'tiɾ]

decir lo contrario de lo que se sabe o piensa con el fin de engañar - liegen
Esta revista miente. - Dit tijdschrift liegt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mentir (ww.) afbakenen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afzetten (ww.) ; bedotten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; blaasjes wijsmaken (ww.) ; jokken (ww.) ; liegen (ww.) ; misleiden (ww.) ; neppen (ww.) ; omlijnen (ww.) ; tillen (ww.) ; verneuken (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `mentir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: acorralar
ES: acotar
ES: agarrar
ES: agrandarse
ES: alzar
ES: amanecer
ES: amputar
ES: apagar
ES: apear