Vertalingen felicidad ES>NL
la felicidad
zelfst.naamw.
1) estado de ánimo de alguien que siente satisfacción plena -
geluk La felicidad era su meta. - Het geluk was zijn doel. |
2) circunstancia que provoca este estado de ánimo -
geluk El nacimiento de su hijo lo llenó de felicidad. - De geboorte van zijn zoon heeft hem dolgelukkig gemaakt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la felicidad (v) | blijdschap ; de blijheid (v) ; de bof (m) ; de fortuin ; het geluk ; geluk hebbend (znw.) ; de gelukzaligheid (v) ; het heil ; de voorspoed (m) ; de vreugde (v) ; vrolijkheid ; het welgevallen ; de zaligheid (v) ; het zegenen |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `felicidad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bienestarES: capitalES: deliciaES: destinoES: dichaES: donES: estrellaES: euforiaES: exquisitezES: Fortuna