Vertalingen delicia ES>NL
la delicia
zelfst.naamw.
1) placer intenso -
genot ¡Qué delicia estos chocolates! - Wat heerlijk zijn deze chocolaatjes! |
2) persona o cosa que causa sensaciones placenteras -
genot delicias de la vida conyugal - genot van het huwelijksleven |
hacer las delicias de (=hacer causar placer a alguien o a un grupo de personas) - laten genieten van
El payaso hizo las delicias de los niños del cumpleaños. - De clown liet de kinderen van de verjaardag genieten.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la delicia (v) | de gelukzaligheid (v) ; het heil ; het plezier ; het riddergoed ; verrukkelijkheid (znw.) ; de voorspoed (m) ; de vreugde (v) ; het zegenen |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `delicia`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: bendicionesES: casa de campoES: delectaciónES: deleiteES: dichaES: encantoES: exquisitezES: felicidadES: gloriaES: goce