Vertaal
Naar andere talen: • destruir > DEdestruir > ENdestruir > FR
Vertalingen destruir ES>NL

destruir

werkw.
Uitspraak:  [destɾu'jɾ]

1) romper totalmente algo - kapotmaken
destruir un papel - een papier kapotscheuren

2) dejar sin efecto algo no material - weerleggen
destruir una teoría - een theorie weerleggen

3) perjudicar gravemente a una persona o cosa - kapotmaken
destruir a un compañero - een collega kapotmaken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
destruir (ww.) slopen (ww.) ; verzieken (ww.) ; verwoesten (ww.) ; verpletteren (ww.) ; vernietigen (ww.) ; vernielen (ww.) ; vermorzelen (ww.) ; vergruizen (ww.) ; verbrijzelen (ww.) ; uitwissen (ww.) ; uitroeien (ww.) ; tot schroot verwerken (ww.) ; te gronde richten (ww.) ; aantasten (ww.) ; ruineren (ww.) ; platdrukken (ww.) ; nekken (ww.) ; liquideren (ww.) ; kapot maken (ww.) ; ingooien (ww.) ; in de war sturen (ww.) ; fijnmaken (ww.) ; beschadigen (ww.) ; bederven (ww.) ; afbreken (ww.) ; aanvreten (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `destruir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abastecerse de
ES: abismarse
ES: aniquilar
ES: anonadar
ES: aplastar
ES: aplastarse
ES: arruinar
ES: asolar
ES: astillar
ES: caer