Vertaal
Naar andere talen: • derrochar > DEderrochar > ENderrochar > FR
Vertalingen derrochar ES>NL

derrochar

werkw.
Uitspraak:  [dero'tʃaɾ]

1) gastar sumas de dinero u otra cosa - verspillen
derrochar los ahorros - de spaargelden verspillen

2) tener en gran abundancia una virtud o vicio - in overvloed hebben
derrochar cinismo / simpatía - cynisme / sympathie in overvloed hebben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
derrochar (ww.) doorjagen (ww.) ; opmaken (ww.) ; verboemelen (ww.) ; verbrassen (ww.) ; verbruiken (ww.) ; verkopen (ww.) ; verkwanselen (ww.) ; verkwisten (ww.) ; verspillen (ww.) ; wegsmijten (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `derrochar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: arrojar
ES: consumir el tiempo parrandeando
ES: desechar
ES: desperdiciar
ES: despilfarrar
ES: dilapidar
ES: disipar
ES: echar
ES: echar a perder
ES: echar por la ventana