Vertalingen zusammenbauen DE>NL
zusammenbauen (ww.) | assembleren (ww.) ; in elkaar zetten (ww.) ; monteren (ww.) |
zusammenbauen | samenstellen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zusammenbauen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: konstruierenDE: montierenDE: zusammensetzen