Vertalingen zubereiten DE>NL
I zubereiten
werkw.
Uitspraak: | [ˈʦuːbəraitən] |
zum Essen fertig machen -
bereiden , klaarmaken Weißt du, wie man Hummer zubereitet? - Weet jij hoe je zeekreeft moet klaarmaken? |
II die Zubereitung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʦuːbəraitʊŋ] |
Verbuigingen: | Zubereitung , Zubereitungen |
deel van de uitdrukking: bereiding Kann ich dir bei der Zubereitung des Desserts helfen? - Zal ik je helpen bij het bereiden van het dessert? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zubereiten (ww.) | brouwen (ww.) ; gereed maken (ww.) ; iets toebereiden (ww.) ; marineren (ww.) ; prepareren (ww.) |
das Zubereiten | het bereiden ; het klaarmaken ; het toebereiden |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zubereiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bereitenDE: bereitmachenDE: einlegenDE: fertigmachenDE: herrichtenDE: kochenDE: konservierenDE: marinierenDE: richtenDE: vorbereiten