Vertaal
Naar andere talen: • wo > ENwo > ESwo > FR
Vertalingen wo DE>NL

I wo

bijwoord
Uitspraak:  [voː]

1) fragt in direkten und indirekten Fragen nach einem Ort - waar
Wo wohnen Sie? - Waar woont u?
Ich weiß nicht, wo sie gestern Abend war. - Ik weet niet waar zij gisterenavond was.

2) leitet einen Relativsatz ein, der einen Ort näher bestimmt - waar
die Stelle im Wald, wo es die meisten Pilze gibt - de plaats in het bos waar de meeste paddenstoelen zijn
Bitte bleiben Sie, wo Sie sind. - Blijf alstublieft waar u bent.

3) zum genannten Zeitpunkt - waar
In dem Moment, wo es passierte, war ich unkonzentriert. - Op het moment waar het gebeurde was ik ongeconcentreerd.

4) deel van de uitdrukking: ergens
Wenn ich schon mal wo bin, möchte ich mich dort auch umsehen. - Als ergens ben wil dan ik daar ook eens rondkijken.


II wo

voegwoord

deel van de uitdrukking:
uitdrukking wo (… doch)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wo naar ; waarin ; zoals ; waar
Bron: interglot




Synoniemen
DE: als
DE: an welchem Ort
DE: da
DE: denn
DE: eventuell
DE: gleichwie
DE: indem
DE: indes
DE: indessen
DE: ja

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: hier wo NL: hier ergens
DE: im Jahre, wo NL: in het jaar, dat
DE: wo möglich NL: zo mogelijk
DE: wo nicht NL: zo niet
DE: i wo! NL: geen sprake v.!, och wat!