Vertalingen vortragen DE>NL
vortragen
werkw.
Uitspraak: | [ˈfoːɐtraːgən] |
1) offiziell äußern und erläutern -
voorleggen Hast du dem Chef schon deine Bedenken vorgetragen? - Heb je bij de chef je bedenkingen al voorgelegd. |
2) vor Publikum sprechen, singen, spielen -
voordragen Sie trug dem Publikum ihre Gedichte vor. - Zij droeg haar gedichten voor aan het publiek. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vortragen (ww.) | aanbevelen (ww.) ; aanraden (ww.) ; iemand recommanderen (ww.) ; nomineren (ww.) ; opzeggen (ww.) ; reciteren (ww.) ; voordragen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vortragen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufsagenDE: darbietenDE: deklamierenDE: empfehlenDE: ratenDE: rezitierenDE: vorbringenDE: vorschlagenDE: zu Gehör bringenUitdrukkingen en gezegdes
DE: den Ansichten
vortragen
NL: zijn mening uiteenzettenDE: den Saldo auf neue Rechnung
vortragen
NL: het saldo op nieuwe rekening overbrengenDE: Vortragende(r)
NL: (ook:) referent