Vertaal
Naar andere talen: • vermehren > ENvermehren > ESvermehren > FR
Vertalingen vermehren DE>NL

I vermehren

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmeːrən]

1) durch Fortpflanzung an Anzahl zunehmen biologie - vermeerderen , vermenigvuldigen
Die Ratten konnten sich in der Kanalisation ungehindert vermehren. - De ratten konden zich in het riool ongehinderd vermenigvuldigen.

2) vergrößern - vermeerderen , toenemen
sein Vermögen geschickt vermehren - zijn vermogen behendig vermeerderen
seine Anstrengungen vermehren - zijn inspanningen verhogen

3) an Anzahl / Menge zunehmen - vermeerderen , toenemen
Die Zahl solcher Vorfälle hat sich deutlich vermehrt. - Zulke voorvallen zijn duidelijk in aantal toegenomen.
die vermehrte Nachfrage nach Bioprodukten - de toegenomen vraag naar bioproducten


II die Vermehrung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈmeːrʊŋ]
Verbuigingen:  Vermehrung

deel van de uitdrukking: biologie vermeerdering
eine krankhafte Vermehrung von Zellen - de ziekelijke vermeerdering van cellen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vermehren (ww.) omhooggaan (ww.) ; vermenigvuldigen (ww.) ; vermeerderen (ww.) ; verhogen (ww.) ; vergroten (ww.) ; verdubbelen (ww.) ; uitbreiden (ww.) ; toenemen (ww.) ; talrijker maken (ww.) ; stijgen (ww.) ; reproduceren (ww.) ; opzetten (ww.) ; groter worden (ww.) ; groeien (ww.) ; gedijen (ww.) ; de hoogte ingaan (ww.) ; aanzwellen (ww.) ; aanwinnen (ww.) ; aanwassen (ww.) ; aanvullen (ww.) ; aangroeien (ww.)
vermehren doen toenemen ; uitweiden ; repliceren
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `vermehren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Anschwellen
DE: ansteigen
DE: aufstocken
DE: ausbauen
DE: ausweiten
DE: erweitern
DE: reproduzieren
DE: steigern
DE: verbreiten
DE: verdoppeln