Veranschlagen

Vertalingen Veranschlagen DE>NL

werkw.

Uitspraak:

[fɛɐˈ|anʃlaːg ən]

vorausberechnen - ramen

Für die Renovierung haben wir etwa 20.000 Euro veranschlagt. - Voor de renovatie hebben wij ongeveer € 20.000,00 geraamd.

Overige bronnen

veranschlagen (ww.)	ingeven (ww.) ; uitwerken (ww.) ; uitrekenen (ww.) ; taxeren (ww.) ; suggereren (ww.) ; schatten (ww.) ; ramen (ww.) ; raden (ww.) ; overwegen (ww.) ; overdenken (ww.) ; iets aanraden (ww.) ; calculeren (ww.) ; berekenen (ww.) ; begroten (ww.) ; becijferen (ww.) ; afwegen (ww.) ; adviseren (ww.) ; aanslaan (ww.)
Veranschlagen	ramen ; schatten

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Veranschlagen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: anregen
DE: anschlagen
DE: ausarbeiten
DE: ausmachen
DE: berechnen
DE: bestimmen
DE: ermessen
DE: kalkulieren
DE: raten
DE: suggerieren

veranschlagen